[pagina 280]
[p. 280]
Younique, Ki'shawn en Miracle-of-love
Worden voornamen steeds gekker?
Maarten van der Meer
Feeërieke, Bliksem, Summer-Lily, Rolex. Steeds meer kinderen krijgen een unieke voornaam. Maar waarom eigenlijk? En staat de burgerlijke stand echt alles toe?
Illustratie: Frank Dam
De Spakenburgse visverkoper Hendrikus ter Beek zat in de jaren vijftig met zes naamgenoten in de klas. Zijn eigen roepnaam Henk was al bezet, evenals Henkie en Hendrik, dus noemde hij zich maar Driek. Al diezelfde namen in één klas waren in die jaren, toen kinderen nog braaf werden vernoemd naar familieleden en heiligen, geen uitzondering. In 1950 heette een op de tien meisjes Maria en een op de zeven jongens Johannes of Jan.
Tegenwoordig is dat wel anders. De twee populairste namen van nu worden samen jaarlijks aan minder dan één procent van de kinderen gegeven. Dat is gemiddeld één Bram en één Sophie per acht schoolklassen. Naamgenoten zijn voor steeds meer ouders een schrikbeeld. Elk kind wordt uniek gevonden en verdient dus een unieke naam.
Broertjes Silver, Uniek en Vip
Merel Telleman uit Sint Pancras nam dat laatste wel heel letterlijk. Zij noemde haar zoon Uniek - voluit: Uniek Beer. Hij is het broertje van Silver Quinten en Vip Diesel. ‘Zilver is een waardevol metaal, Uniek is bijzonder en Vip is heel belangrijk. Zo willen we laten zien dat onze kinderen welkom en waardevol zijn’, legde Merel Telleman in 2012 uit in Nrc.next. Uniek is Uniek overigens niet. Er zijn meer kinderen met die naam. Zelfs de spelling Younique, bedoeld om de naam nóg unieker te maken, komt meermaals voor.
Om het risico op naamgenoten te minimaliseren kun je het best helemaal zelf een naam verzinnen. Dat is al een paar jaar heel populair, vooral onder Antillianen en Surinamers. Aanstaande ouders knutselen namen in elkaar als Cedrixviënthely, RolliNHCy, G-K'dean en Zjay-driënne, samengesteld uit de namen van familieleden en opgeleukt met trema's, apostrofs, koppeltekens en extra hoofdletters.
‘Ik wilde graag een speciale naam die ik nog nooit had gehoord’, vertelt de moeder van Ki'shawn op een namenforum. ‘Daarom wilde ik er zelf een bedenken, gebaseerd op onze namen. Mijn vriend heet Koki en ik heet Shardé, dus hebben we de laatste twee letters van zijn naam en de eerste drie letters van de mijne genomen en er nog wat achter geplakt.’
Ongepast
Mogen zulke creatieve uitspattingen wel van de burgerlijke stand? Soms leiden ze tot een aanvaring.
Met de nadruk op ‘soms’, want sinds de liberalisering van de naamwet in 1970 mag bijna alles. Vóór
[pagina 281]
[p. 281]
1970 waren alleen bestaande voornamen toegestaan, en veel ambtenaren van de burgerlijke stand weigerden zelfs alle namen die ze zelf niet kenden. In de jaren zestig, toen buitenlandse modenamen populair werden, zijn er namen afgekeurd die we nu doodgewoon vinden: Jessica, Joey, Samantha, Yolanda.
In 1970 is de wet aangepast aan de nieuwe tijdgeest. Alles mag nu, met twee uitzonderingen. Achternamen mogen niet als voornaam worden gebruikt (tenzij de naam in kwestie ook als voornaam voorkomt) en een naam mag niet ‘ongepast’ zijn. Die laatste bepaling dient om kinderen te beschermen tegen namen waar ze alleen maar last van zouden krijgen.
Emile Ratelband liep twee keer tegen de beperkingen van de naamwet aan. In 1977, toen hij zijn zoon Frans Rolls Royce wilde noemen, en in 2001 met zijn dochter Beau Aimée, die eigenlijk Tsjakkalotje had moeten heten. Tsjakkalotje is een duidelijk voorbeeld van ongepast. Frans Rolls Royce was volgens de burgerlijke stand zelfs in strijd met beide beperkingen van de naamwet. De combinatie Rolls Royce was niet alleen ‘bespottelijk’, het zijn ook nog eens twee achternamen.
Emile Ratelband wilde zijn dochter Tsjakkalotje noemen.
Originele namen
Het aantal originele namen is sinds de verruiming van de naamwet in 1970 flink toegenomen. Een kleine greep:
Crucifix | Mariahkarry |
Dancingqueen | Pippeloentje |
Grammophon | Qwuality |
Jaquar-Dior | Thankgod |
Macaroni | Zwerver |
Star Trek
De wet laat nogal wat ruimte voor eigen interpretatie, want wanneer is een naam nu precies ongepast? In het algemeen worden alleen heel extreme namen geweigerd. Urine, Jezus Christus, Marieke Methadon en Dienaar van God gingen te ver, maar Pinokkio, PowNed, Toetanchamon en Jupiler waren geen probleem.
Vaker dan de betekenis van een naam vormt de spelling een struikelblok. Ouders zoeken steeds meer de grenzen van het toelaatbare op. Moet een voornaam met een hoofdletter beginnen? Mag er een hoofdletter middenin staan? En een apostrof? Nee, ja en ja, vond de ambtenaar die de naam d'ICKsen heeft geaccepteerd, maar sommige van zijn collega's zijn minder ruimdenkend.
Twee ‘trekkies’ uit Rotterdam kregen in 2005 een dochter, die ze net als hun andere kinderen wilden vernoemen naar een personage uit de serie Star Trek: Voyager. De burgerlijke stand weigerde het meisje echter in te schrijven als B'Elana. De ambtenaar van dienst had in Van Dale gelezen dat een apostrof een verkorting aangeeft en volgens de wet mogen in geboorteaktes geen afkortingen voorkomen. Het werd daarom Belana.
Geweigerde namen
Niet álles mag op namengebied. Bij de burgerlijke stand werden onder meer geweigerd:
Socialist (1872) | Fidel Castro Marti |
Vos (1888) | Sigismund Bismarck |
Anarchistina (1896) | (1968/1969) |
Hertog (1901) | Geisha (rond 1985) |
Alles (1917) | Maastricht (1993, in Maastricht) |
Ego (1937) | |
Cinderella (1966) |
Felbegeerde apostrof
Frank en Debby Elsenburg uit Amsterdam kregen in 1997 na tien jaar proberen eindelijk een dochter. Panter Fonny Miracle of Love moest ze gaan heten. Panter was gewoon een leuke naam, aldus het stel, Fonny een vernoeming naar oma Yvonne en dat dit liefdeswonder Miracle of Love zou heten, sprak voor zich. Je voelt hem al aankomen. Die laatste naam werd geweigerd. ‘Ik veronderstelde dat wij zelf het recht hadden een naam te bedenken, maar nu bleek dat dat de taak is van een mannetje achter een loket’, zei Frank Elsenburg in Het Parool.
De Elsenburgs lieten het er niet bij zitten en gingen in beroep bij de rechter. Die gaf ze hun zin. Grotendeels tenminste. Miracle of Love mocht, maar dan wel iets anders gespeld: het moest Miracle-of-love worden, om te benadrukken dat dat gedeelte van de naam één geheel vormt. Ook de ouders van Belana hebben gelijk gekregen van de rechter. Hun dochter kreeg haar zo felbegeerde apostrof.
Zo komen er steeds meer voornamen bij. De Nederlandse namenvoorraad groeit elk jaar met 7000 nieuwe namen. Een gigantisch aantal als je bedenkt dat er in de klassieke gids Prisma voornamen (oorspronkelijke uitgave 1964) slechts 20.000 namen worden beschreven, maar afgezet tegen de 180.000 kinderen die er jaarlijks worden geboren valt het eigenlijk wel mee. Hoewel de groep creatievelingen groeit, krijgen verreweg de meeste kinderen nog altijd een min of meer ‘gewone’ naam.
Tegenover Younique, Ki'shawn en Miracle-of-love staat zelfs een groeiende groep simpele Hollandse namen: Siem, Gijs, Teun, Fien, Guusje. Het wordt misschien steeds gekker, maar het motto van de meeste Nederlanders is en blijft: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Van Maarten van der Meer verschijnt eind deze maand het boek Wie noemt zijn kind nou Chardonnay? Zie de aanbieding op bladzijde 288.